Tapio21

Tapio is de god van de natuur, meteen het onderwerp van deze blog.

Thursday, June 28, 2007

Galloway-runderen in Absheide

Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft een vijftal Galloway-runderen losgelaten in het natuurgebied Absheide in Beerse. Het agentschap beheert daar 25 hectare grond van het bedrijf Campine. Dat is een gevolg van een overeenkomst uit 2003 over natuurcompensaties tussen Wienerberger-Terca en Campine en het Agentschap voor Natuur en Bos. Daarin werd gesteld dat er compensaties moesten komen voor het verlies aan natuurwaarden door industriële uitbreiding.


Campine gaf daarom 25 hectare eigendom in Absheide in beheer aan het Agentschap voor Natuur en Bos. “Zo herstellen we samen met Campine de natuurwaarden in Absheide,” aldus een woordvoerster van het Agentschap voor Natuur en Bos. De voorbije winter werd er een elektrisch draadraster geïnstalleerd voor grote grazers. Dat werd onlangs onder stroom geplaatst, waarna de Galloway-runderen uitgezet konden worden.


Het Galloway-ras is bijzonder geschikt om in natuurgebieden te grazen. De runderen zijn niet veeleisend qua voedsel en verzorging. Ze kunnen zelf voedsel vinden. Het is volgens het Agentschap voor Natuur en Bos echter niet de bedoeling dat de bezoekers de dieren gaan voederen. “Dan zwakt het effect van de grazers op de natuur af,” aldus de organisatie. De dieren zijn niet agressief, maar aan bezoekers wordt aangeraden minsten 25 meter afstand te bewaren en de dieren niet te lokken.

Tuesday, June 26, 2007

Coloma-rozentuin wil Chinese exemplaren

Het Vlaams Gewest denkt eraan om de rozentuin van het Colomadomein in Sint-Pieters-Leeuw uit te breiden met rozen uit het Verre Oosten. Het gaat onder meer om Chinese rozen. Dat heeft het Agentschap Natuur en Bos bekend gemaakt. De rozentuin in Coloma is de jongste Belgische rozentuin, maar met zijn drieduizend verschillende rozenvariëteiten uit vijfentwintig verschillende landen behoort ze tot de Europese top.


Marcel Vossen, ontwerper van de Coloma-rozentuin, heeft in China een aantal contacten gelegd om het aanbod verder uit te breiden met Chineze rozensoorten. “Eens deze oosterse tuin is aangelegd, wordt de rozentuin van Coloma de meest volledige in de hele wereld,” aldus Marcel Vossen. Tegen 2010 wil de Coloma-rozentuin ook internationaal doorbreken. Daarvoor zal de volgende jaren doorgedreven promotie gevoerd worden.


Marcel Vossen mikt daarbij vooral op een infostand op grote bloemenevenementen. Inmiddels heeft de heemkundige kring Lewe een brochure samengesteld over de geschiedenis van het Colomadomein en de rozentuin. De brochure kost 2,5 euro en is te koop in het Colomakasteel. Op zonnige dagen krijgt het Colomadomein ruim duizend bezoekers over de vloer. In 2002 werd in het domein ook een rozenmuseum geopend.

Monday, June 25, 2007

Haspengouw onderhoudt holle wegen

In Tongeren-Berg is een toeristische wandelroute langs holle wegen geopend. Haspengouw en Voeren hebben het grootste aantal holle wegen in heel Vlaanderen. Sommige van die wegen zijn meer dan duizend jaar oud. Sinds de jaren vijftig zijn heel wat holle wegen verdwenen, maar worden nu opgewaardeerd. Maar dat vergt een bijzonder intens onderhoud. Inmiddels zijn al 25 holle wegen gesnoeid.


De holle wegen ontstonden in het begin van de middeleeuwen. Omdat landbouwers met paard en kar vanuit de boerderij in het dal naar de akkers op het plateau reden, spoelde de weg over de eeuwen heen langzaam uit en ontstonden de holle wegen. Die wegen worden nog steeds gebruikt door landbouwers, maar tegenwoordig vooral door wandelaars. Sinds de jaren vijftig zijn vele holle wegen verwenen, maar nu worden zij geherwaardeerd.


Op verschillende plaatsen worden bomen en struiken op de bermen van de holle wegen geregeld gesnoeid en gekapt om hout te verzamelen, maar vaak gebeurt er helemaal niets. Dat is volgens het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren nefast, want een holle weg vergt veel onderhoud. Belangrijk is dat het snoeihout uit de holle weg wordt gehaald. Het is niet de bedoeling dat het hout in de berm composteert.


De voorbije winter schoolden jonge landbouwers in Haspengouw en Voeren zich bij om het beheer van holle wegen op zich te nemen. Intussen zijn 25 holle wegen gesnoeid. Volgende winter zullen de jonge landbouwers opnieuw aan de slag gaan. De gemeenten, de provincie Limburg en Europa erkennen het belang van het onderhoud in voor het toerisme en financieren het project.

Sunday, June 24, 2007

Hamme protesteert tegen ontpoldering

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft een plan klaar om het gebied tussen de schorren van de Durme en Driegoten te ontpolderen. Het gemeentebestuur is echter fel gekant tegen dit voornemen. Burgemeester Paul Van de Casteele zegt dat Hamme niet akkoord is om een groot gedeelte van de Bunt en het natuurgebied tot aan Driegoten te laten herschapen tot een tweede Verdronken Land van Saeftinge. Bij de Vlaamse regering zal aangedrongen worden om de VLM tot de orde te roepen.


Gemeenteraadsvoorzitter Koen Mettepenningen zegt dat de ontpoldering het gebied ontoegankelijk maakt en voortdurend zal laten overstromen. Rond het ontpolderde gebied zou een dijk komen van acht meter hoog. “Op bepaalde plekken komt de dijk tot tegen de woningen en de woningen en de ontpoldering zal heel wat economische en toeristische schade aanbrengen,” aldus Mettepenningen. Hij bracht bij Vlaams minister Kris Peeters het standpunt van Hamme naar voor.


Minister Peeters zou de VLM interpelleren over het plan, maar hij benadrukte dat de totale oppervlakte van het aantal te creëren overstromingsgebieden in Vlaanderen vastligt. “Men schermt enerzijds met het veiligheidsaspect ter preventie van overstromingen en anderzijds zijn er de Europese richtlijnen die opleggen dat door middel van ontpoldering een deel van de natuur moet worden beschermd en de Schelde moet worden gezuiverd,” aldus Mettepenningen.


Hij voert aan dat Hamme telkens het slachtoffer wordt van de verder uitbreidende havenactiviteiten in Antwerpen. Volgens Mettepenningen worden niet alleen de landbouwers, maar ook andere grondeigenaars en aanpalende bewoners getroffen worden door het VLM-plan. “Voor de vele joggers, wandelaars, fietsers en dagtoeristen dreigen aantrekkelijke recreatiemogelijkheden verloren te gaan,” merkt hij op.


De VLM heeft ook plannen om het gebied tussen de Durme en de Oude Durme op het grondgebied van Waasmunster te ontpolderen. Het is volgens Mettepenningen alleen nog niet duidelijk of de dijk daarvoor ten noorden of ten zuiden van de Oude Durme komt. “'In het tweede geval is ook deze mooie waterplas ten dode opgeschreven, net als de vele volkstuintjes,” zegt hij. Ook in Moerzeke dreigen enkele gebieden te worden ontpolderd.

Thursday, June 21, 2007

Fietstocht langs milieurealisaties

In Middelkerke is een milieufietsroute voorgesteld. Het is een initiatief van de Middelkerkse leefmilieudienst. De tocht leidt onder meer langs windmolen, milieurealisaties zoals zonneboilers in privé- en sociale woningen, het natuurgebied de Schuddebeurze, de paddentunnel, het groendal op de gemeenteschool in Leffinge en de ecologisch ingericht vijver in het Normandpark.


In Middelkerke werden volgens milieuschepen Geert Verdonck de voorbije jaren heel wat milieurprojecten gerealiseerd, zowel door het gemeentebestuur en de overheid als door de privé-sector. Hij verwees daarbij onder meer naar het zonnepanelenpark in Lombardsijde, dat onlangs in gebruik werd genomen. Samen met de gemeentelijke milieudienst werd een route uitgestippeld die langs alle plaatselijke bezienswaardigheden op milieuvlak leidt.


De route is ongeveer 34 kilometer lang. Ook de begrazing op de natuurgebieden door ezels en de compostdemoplaats naast het containerpark staan op het programma van de deelnemers aan de fietstocht. Een plan van de milieufietsroute kan afgehaald worden bij de toeristische dienst van Middelkerke aan de J. Cassellaan 4. Ook de toeristische dienst van Westende biedt de kaart te koop aan. Die kost 1,35 euro.

Wednesday, June 20, 2007

Weer serreprobleem voor Nationale Plantentuin

Opnieuw ziet de directeur van de Nationale Plantentuin in Meise zich genoodzaakt één van de serres te sluiten. Na de onweersbuien van de afgelopen weken staat immers opnieuw een serre op instorten. Het gaat om één van de collectiekassen waarin de onderzoeksverzameling Marantaceëen is ondergebracht. De toestand ervan is zo slecht dat het niet langer verantwoord is om personeelsleden of wetenschappers toe te laten in deze kas.


Bij de staatshervorming werd de Nationale Plantentuin in 2000 naar de Vlaamse Gemeenschap overgeheveld, op voorwaarde dat aan een aantal randvoorwaarden was voldaan en er een samenwerkingsakkoord werd gesloten. “Vandaag is er van de uitvoering van de zogenaamde samenwerkingsakkoorden nog steeds niets in huis gekomen en dat maakt dat het in de Plantentuin steeds moeilijker werken wordt,” aldus een bericht van de directie.


Er wordt aan toegevoegd dat het dossier blijkbaar van de ene verkiezingsronde naar de andere wordt doorgeschoven. “Er zijn inmiddels al twee federale en één regionale verkiezing achter de rug zonder dat politici voor een structurele oplossing zorgden,” aldus nog de Nationale Plantentuin. Wel wordt toegegeven dat er de voorbije jaren beperkt werd geïnvesteerd wanneer de Nationale Plantentuin aan de alarmbel trok, waardoor een gedeelte van de publieksserres opengehouden kon worden.


“De Vlaamse overheid heeft zelfs investeringen gedaan, nog voor de overdracht, om het patrimonium te behouden,” zegt Jan Rammeloo, directeur van de instelling. "Maar in het serrecomplex van meer dan vijftig jaar oud, waar het onderhoud niet regelmatig gebeurde of zelfs om politieke redenen geboycot werd, moet veel meer geïnvesteerd worden. Indien dat niet gebeurt, verliezen we het levend erfgoed dat erin ondergebracht is.”


Jan Rammeloo stelt dat de renovatie van de publieksserres verder gaat, maar voegt er aan toe dat de ruim dertig serres die niet toegankelijk zijn voor het publiek, in een zeer slechte staat zijn. “Een kas met tropische orchideeën werd drie jaar geleden gesloten en is inmiddels reddeloos verloren,” aldus de directeur. “Andere kassen worden opgelapt met eigen middelen, zo goed en zo kwaad het kan. In het geval van de Orchideeënkas konden de planten tijdig verhuisd worden, maar met de instorting van de Marantaceeënkas is dit niet meer mogelijk.”


De toegang tot de serre is verboden voor iedereen, ook voor diegenen die voor de verzorging van de planten intstaan. “Het is een kwestie van dagen vooraleer alles instort en er een collectie van wereldformaat verloren zal zijn,” aldus de directeur. “Door het uitblijven van een politieke oplossing wordt het voor de Nationale Plantentuin steeds moeilijker om zijn internationale engagementen na te komen. Zonder snelle oplossing verliest de Plantentuin zijn geloofwaardigheid bij bezoekers en de internationale wetenschappelijke gemeenschap.”

MOL viert vijftiende verjaardag

Milieu Organisatie Lennik (MOL) heeft zijn vijftiende verjaardag gevierd. De organisatie houdt zich nu bezig met allerlei acties, waaronder een paddenoverzet, gegidste natuurwandelingen, haag- en boomplantacties of zomerse natuurzoektochten. MOL zegt tijdens zijn geschiedenis een opvallende evolutie doorgemaakt te hebben. Vooral de contacten met het gemeentebestuur van Lennik zijn veranderd.


Milieu Organisatie Lennik ontstond in 1992 uit Milieu Overleg Pajottenland. Een drietal inwoners van Lennik werkte destijds mee aan de bescherming van het milieu in het Pajottenland. Maar na verloop van tijd groeide het besef dat er voor Lennik eigenlijk een specifieke beweging nodig was. Dat leidde op 9 juni 1992 uiteindelijk tot de oprichting van Milieu Organisatie Lennik.


De organisatie hield zich naar eigen zeggen in het begin vooral bezig met het bestoken van het gemeentebestuur met allerlei klachten over inbreuken op de milieuwetgeving. Wanneer dit nodig is, gebeurt dat volgens MOL ook nu nog. Maar er wordt opgemerkt dat de contacten met de gemeente nu heel anders verlopen, onder meer via de milieuraad en door rechtstreeks overleg. Met de landbouwers van Lennik wordt elk jaar een overlegvergadering gehouden.

Saturday, June 16, 2007

Bedrijfsleven tekent voor kaalkap Centraal-Afrika

In Centraal-Afrika verdwijnen de tropische wouden in snel tempo door de industriële kap. In de laatste dertig jaar is de kaalkap van tropische wouden in Centraal-Afrika sterk toegenomen. Dat blijkt uit een analyse van satellietbeelden. Vooral de wouden van Kameroen, Congo en Equatoriaal-Guinea zijn in snel tempo aan het verdwijnen. De kaalkap zou vooral het werk zijn van bedrijven.


“Bij de kaalkap van het Zuid-Amerikaanse Amazonewoud gebruiken de lokale boeren het hout zelf,” aldus biologe Nadina LaPorte. “In Afrika is dat niet het geval. Daar is het hout bedoeld voor de export naar Europa of Azië. Op die manier belanden kostbare houtsoorten zoals mahonie in een buitenlandse woonkamer.” Daarnaast leggen de betrokken bedrijven wegen aan door de jungle om het hout te vervoeren.


De Afrikaanse wouden zijn de biotoop van heel wat bijzondere diersoorten, waaronder gorilla's en chimpansees. Ook traditionele Afrikaanse stammen wonen in de tropische bossen. “De industriële kaalkap vormt een bedreiging voor deze residenten,” aldus de biologe. “Door de aanleg van wegen stijgt de stroperij van apen, vogels en antilopen. Stropers krijgen immers makkelijker toegang tot de dichte wouden.”

Wednesday, June 06, 2007

Klimaatverandering verschuift landbouwgebieden

In Brazilië zullen de teeltgebieden van de belangrijkste gewassen ingrijpend verschuiven. Dat blijkt uit een studie van Embrapa, het Braziliaans overheidsbedrijf voor landbouwkundig onderzoek, met een aantal simulaties. Daarbij werd er vanuit gegaan dat de temperatuur met 1,3 tot 5,8 graden zou stijgen en dat er 5 tot 15 procent meer neerslag zou vallen. Embrapa ontwikkelt al plantensoorten die meer regen en hogere temperaturen kunnen verdragen.


Door hogere temperaturen en zwaardere neerslag zullen de belangrijkste gewassen volgens Embrapa binnenkort in andere streken worden geoogst dan nu het geval is. Zo zal het de komende decennia steeds moeilijker worden om graangewassen te cultiveren in het zuiden van het land, terwijl meerjarige gewassen zoals koffie er wel zullen gedijen. Gewassen die de verwachte extreme zomerhitte niet goed verdragen, zullen opschuiven naar het midwesten.


Het weer van de voorbije jaren heeft de boeren volgens Embrapa al getoond dat ze hun strategie zullen moeten veranderen. Het begint bijvoorbeeld steeds vaker te regenen in het zuiden van Brazilië, wat nefast is voor de graanoogst, maar uiterst positief voor de tuinbouw. De organisatie wijst er dan ook op dat dus voor de sector oppassen wordt om in de toekomst niet op het verkeerde paard te wedden.


Embrapa ontwikkelt al plantensoorten die meer regen en hogere temperaturen kunnen verdragen. Daarnaast wil het Braziliaanse ministerie van landbouw bij de toekomstige afbakening van teeltzones ook rekening houden met het veranderende klimaat. Voor bepaalde gebieden in het zuiden van het land komen er volgens het ministerie een aantal teeltbeperkingen.

Mens kwetsbaarder voor natuurrampen

Volgens de Verenigde Naties wordt de mensheid in toenemende mate kwetsbaar voor natuuurrampen. John Holmes, VN-coördinator voor Noodhulp, stelde tijdens de opening van een VN-conferentie in het Zwitserse Genève over de indamming van het risico op natuurrampen dat de kwetsbaarheid van de mens voor dergelijke catastrofes nog nooit zo hoog is geweest.


Volgens Holmes zijn er altijd maar meer natuurrampen en eisen die altijd maar meer slachtoffers. Vooral de klimaatsverandering door de mens stelt altijd maar nieuwe uitdagingen. Acht van de tien grootste steden lopen gevaar een aardbeving te kennen, zes daarvan liggen aan kusten met gevaar voor stormen en tsunami's. Er is volgens Holmes geen tijd te verliezen om de wereldbevolking voor de toenemende dreiging te beschermen.


Volgens cijfers van het Rode Kruis zijn tussen 1996 en 2005 ruim 934.000 mensen bij natuurrampen gestorven en waren er 2,5 miljard mensen getroffen. De voorbije dertig jaar zijn stormen, overstromingen en droogtes verdrievoudigd. Volgens Salvano Briceno, directeur van het International Strategy for Disaster Reduction, moet er ook een gericht beleid gevoerd worden om te beletten dat mensen in gevaarlijke gebieden gaan wonen.

Bosbranden en klimaatverandering hand in hand

Bosbranden vormen een veel groter probleem voor het klimaat dan tot nu toe werd aangenomen. Wereldwijd zijn bosbranden verantwoordelijk voor dertig tot vijftig procent van alle uitstoot van koolstofdioxide. Dat blijkt uit een aantal recente onderzoeken en cijfers van de Food and Agriculture Organisation (FAO). Vroger werd altijd gewag gemaakt van ongeveer twintig procent.


Elk jaar gaat wereldwijd ongeveer 350 miljoen hectare vegetatie door brand verloren. Dat is een gebied dat tien keer zo groot is als Duitsland. Dat staat in een recent FAO-rapport. De organisatie baseert zich voor deze raming op satellietbeelden. Daaruit blijkt volgens de organisatie dat nationale overheden de bosbranden op hun grondgebied meestal zwaar onderschatten.


De FAO zegt dat bosbranden jaarlijks 3,5 miljard ton koolstofdioxide, het belangrijkste broeikasgas, uitstoten. Dat is vijftig procent van alle CO2-uitstoot. Volgens medewerkers van het European Forest Fire Information System (EFFIS) blijft het moeilijk te schatten hoeveel koolstofdioxide wereldwijd door bosbranden in de atmosfeer terecht komt. Satellieten met een hogere resolutie zullen in de toekomst wel nauwkeuriger schattingen kunnen opleveren.


Wetenschappers zijn het er wel over eens dat de opwarming van het klimaat bosbranden frequenter en intenser zal maken. De warmere temperaturen doen een bos immers sneller uitdragen en droge bossen ontvlammen gemakkelijker. “Dat is een gevaarlijke evolutie, omdat bosbranden op hun beurt de opwarming van het klimaat kunnen versterken,” voeren EFFIS-medewerkers aan.

Natuurbestemming voor Duffels spoorwegfort

Duffel wil het gebied met het spoorwegfortje langs de Mechelbaan omvormen tot een site voor toerisme, cultuur, recreatie en natuur. De Duffelse schepen van natuurbeleid en toerisme Jos Hellemans stelt daarbij voor dat de site zou gekocht worden door Kempens Landschap, een vereniging die is opgericht om het natuur- en cultuurpatrimonium van de provincie Antwerpen veilig te stellen.


Het gebied staat in het gewestplan ingekleurd als parkgebied. Maar door een overdracht aan het Kempens Landschap zou men volgens Jos Hellemans van het fortgebied meer kunnen maken dan een wandelgebied. Laagschalige recreatie zou er samen kunnen gaan met toerisme, cultuur en natuur. Het gebied bevindt zich immers vlak bij de wandel- en fietsroutes van Duffel en Sint-Katelijne-Waver.


De Antwerpse gouverneur Camille Paulus benadrukte dat de provincie het dossier zou opvolgen. Het fort van Duffel werd 1890 in gebruik genomen als Redoute du Chemin de Fer, ter verdediging van de spoorlijn Brussel-Antwerpen. Van 1925 tot 1972 werd het bewoond door militaire huisbewaarders. Het ministerie van landsverdediging verkocht het fort daarop aan een aannemer uit Sint-Katelijne-Waver. Die wilde er werkplaatsen oprichten, maar overleed een jaar later. Sindsdien staat het fort te verkommeren.

Boommarter met een zendertje

Het Brusselse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft in de Kalmthoutse heide een boommarter uitgezet. Het dier kreeg een zender mee, zodat men zijn activiteiten en dagelijkse bezigheden op de voet kan volgen. De resultaten van het onderzoek zullen gebruikt worden om een actieplan op te stellen, zodat de populatie van deze zeldzame martersoort opnieuw zou kunnen opgevoerd worden.


De mannelijke boommarter kwam in een opvangcentrum in Brasschaat terecht, nadat hij was door een auto was aangereden. De verwondingen vielen gelukkig mee, zodat het dier al na korte tijd opnieuw kon vrijgelaten worden. Daarbij werd beslist om het dier te voorzien van een halsbandzendertje, zodat men het doen en laten van de boommarter zowel overdag als tijdens de nacht zou kunnen volgen.


De onderzoekers willen vooral te weten komen hoe groot het afgebakende territorium van het dier is, waar de boommarter zich overdag verschuilt, in welke zone hij jaagt en waar en wanneer hij vrouwtjes ontmoet. Aan de hand van de onderzoeksresultaten hopen de onderzoekers het natuur- en landschapsbeheer te kunnen bijsturen zodat de populatie van deze zeldzame martersoort opnieuw zou kunnen toenemen.

Boek over Turnhoutse plantenweelde

De Geschied- en Oudheidkundige Kring Taxandria heeft een boek uitgegeven over de verzameling van de Turnhoutse amanteur-plantkundige Jos Aerts. Hij maakte immers jarenlange tekeningen van alle planten die op het grondgebied van Turnhout groeiden. Zijn collectie omvat tekeningen van bijzonder zeldzame en zelfs uitgestorven gewaande plantensoorten.


Jos Aerts inventariseerde van 1947 tot 1981 kruiden, grassen, zeggen en bloemen die op het grondgebied van Turnhout groeiden. Hij beperkte zich ook strikt tot de gemeentegrenzen en week daar geen millimeter vanaf, zelfs niet voor de meest unieke soort. Al die planten werden door de plantenliefhebber minutieus overgetekend. Zijn eerste vierhonderd tekeningen zou hij later verscheuren omdat hij ze niet waarheidsgetrouw genoeg vond.


Toen Jos Aerts in 1982 overleed, liet hij een plantenalbum met 980 prenten na. Taxandria wou dat plantenalbum uitgeven, maar het bundelen van al die pentekeningen in een boek zou veel te duur uitgevallen zijn. Daarom maakten leden van Natuurpunt een selectie met de opvallendste en boeiendste tekeningen die Jos Aerts had gemaakt. Het plantenalbum is te koop tegen een prijs van 38 euro.


Volgens Natuurpunt is de waarde van de botanische nalatenschap van Jos Aerts bijzonder groot. “Sommige planten werden door hem voor het eerst in Turnhout ontdekt,” aldus de organisatie. “Hij vond ook opnieuw planten die al jaren uitgestorven leken. Het werk van Jos Aerts heeft zeker bijgedragen tot een betere kennis van de Kempense plantenweelde.

Dadizele kampt met Chinese rotseekhoorn

De Chinese rotseekhoorns blijven het park Mariënstede in Dadizele domineren. Ondanks allerlei pogingen om de populatie van deze exotische soort te beheersen, maar inmiddels hebben de dieren zich ook over andere gedeelten van het grondgebied van Dadizele verspreid. De soort verdrijft de inlandse rode eekhoorns en brengen schade toe aan de bomen. Ze hebben zelfs al voor elektriciteitspannes gezorgd.


Mariënstede kreeg van Natuur- en Bosbeheer twee jaar geleden al vallen ter beschikking om de eekhoornpopulatie binnen de perken te houden. Inmiddels werden er al 150 Chinese rotseekhoorns gevangen en naar het dierenopvangcentrum in Opglabbeek gebracht. Daar worden de mannetjes gecastreerd. Maar hoewel de vallen voor een goede vangst zorgen, blijkt de populatie niet te verminderen en zich zelfs te verspreiden.


Het gemeentebestuur van Dadizele start daarom samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek een wetenschappelijke studie. Daarin moet bekeken worden hoe het probleem aangepakt zal kunnen worden. Op basis van die resultaten zal een actieplan worden uitgewerkt. Voorlopig blijft men echter met vallen werken om een ongebreidelde groei van de uitheemse populatie tegen te gaan.

Zoniënwoud werkt aan open plekken

Het Agentschap Natuur en Bos, dat het Zoniënwoud beheert, voorziet maatregelen om in het bos open plaatsen te behouden en te creëren. De open bosplekken met rand- en zoomvegetaties kunnen immers voor een rijke flora en fauna zorgen. Onder meer een gedeelte van de verwaarloosde renbaan van Groenendaal zou daar volgens de organisatie voor in aanmerking kunnen komen.


Natuurgroepering Zoniënwoud stelt vooral geïnteresseerd te zijn in het meest zuidelijke deel van de renbaan. Daar kan volgens de organisatie immers gemakkelijk een mozaïekpatroon ontwikkeld worden met open plekken, natuurlijke bosontwikkeling en bosaanplantingen met verschillende hoogteniveaus. Er wordt op gewezen dat open ruimtes bijzonder belangrijk zijn voor grotere dieren, zoals prooivogels en reeën.


De omvorming van de renbaan biedt volgens Natuurgroepering Zoniënwoud ook nog het voordeel dat men geen andere bosdelen moet opofferen voor die open plekken. Daarbij wordt opgemerkt dat het einde van het huurcontract van de renbaan een uitstekende gelegenheid is om een groot deel van het gebied terug te geven aan het woud. Begrazing zou het open karakter van het gebied kunnen bewaren.

Russische geiservallei vernield

Een enorme aardverschuiving op het schiereiland Kamtsjatka in het uiterste oosten van Rusland heeft de zogeheten vallei der geisers in het beschermde natuurgebied Kronotski bijna volledig vernietigd. De aardverschuiving had een lengte van anderhalve kilometer en een breedte van 180 meter en was het gevolg van de instorting van een bergtop. De vallei met zijn geisers gold als een wonder van de natuur.


Volgens de directeur van het natuurgebied was de vallei, die pas in 1941 ontdekt werd, door de aardverschuiving bijna niet meer terug te herkennen en de schoonheid ervan bijna volledig teniet gedaan. De meeste geisers en natuurlijke warmwaterbronnen bedekt door een stroom modder en stenen. Het World Wildlife Fund noemt de aardverschuiving tragisch voor de mensheid, omdat daardoor één van de grootste natuurwonderen is verdwenen.


De puinstroom kwam tot stilstand op enkele meters afstand van het enige hotel in het gebied. Er werd inmiddels al voorgesteld om in de vallei een dam aan te leggen. Daardoor zou volgens hen een warmwatermeer kunnen ontstaan. Dat zou een nieuwe toeristische trekpleister kunnen worden. Het dunbevolkte schiereiland Kamtsjatka was tot 1990 volledig afgesloten voor buitenlanders. Het trekt nu jaarlijks duizenden toeristen.

Opwaardering voor hinterland Oostende

Natuurpunt wil in de Zwaanhoek, het krekengebied en het Geuzenbos wandel- en fietspaden aanleggen. De organisatie stelt dat Oostende veel meer te bieden heeft dan maar alleen een wandeling op het strand of een winkelnamiddag in het stadscentrum. Volgens Natuurpunt heeft ook het hinterland heel wat troeven. Daarom werd het Geuzenplan opgesteld, dat het gebied moet doen herleven.


“Het Oostendse hinterland omvat ongeveer 450 hectaren groen, met diversie natuurgebieden die het resultaat zijn van een unieke wisselwerking tussen mens, natuur en landschap,” aldus Natuurpunt. “Er moeten onthaalpunten komen die een poort vormen naar het hinterland. Daarnaast willen we een wandelpark en een fietsnetwerk realiseren die de drie biotopen in de Zwaanhoek, het krekengebied en het Geuzenbos verbindt.”


Daarnaast wil Natuurpunt ook bezoekersfaciliteiten uitbouwen. Ook de Oostendse schepen van milieu Yves Miroir stelt dat veel mensen deze natuur jammer genoeg nauwelijks kennen. Volgens hem bewijst dit gebeid dat natuur veel meer is dan alleen maar gras en bomen. De schepen wil er een randparking aanleggen. Daar kan men gratis een fiets krijgen om het hinderland te herkennen.