Iglo's voor Afrikaanse pinguïn

De Zuid-Afrikaanse overheid heeft een iglo-dorp gebouwd voor een kolonie bedreigde pinguïns. Daarmee hoopt men een replica te kunnen bieden van het natuurlijk broedgebied, dat te lijden heeft onder milieuschade. Het wordt beschouwd als een allerlaatste poging om de kolonie te redden.

In de jaren zeventig leefden er op Dyer Island in de buurt van Kaapstad ongeveer 25.000 Afrikaanse pinguïns. Vandaag is hun aantal teruggelopen tot amper 5.000 exemplaren. "We proberen het natuurlijk systeem te kopiëren," vertelde conservator Lauren Waller van CapeNature, de plaatselijke milieu-organisatie.

Dyer Island was vroeger rijk aan guano (vogeluitwerpselen), maar die voorraad werd zwaar afgebouwd door toedoen van commerciële ondernemingen, die het product als meststof wilden verkopen. Dat betekende een zware slag voor de Afrikaanse pinguïn, die guano gebruikte om zijn eieren te leggen, zich te verbergen tegen predatoren en een schuilplek te vinden op een eiland dat nagenoeg geen bomen of struiken kent.

Milieubeschermers willen op het eiland nu ongeveer 2.000 iglo's bouwen in glasvezel, hopend dat dit de dieren zal aanmoedigen om zich voort te planten. Inmiddels zijn al 180 iglo's gebouwd. Cape Nature zoekt nu echter om de rest van de bouwwerken te financieren. Een aantal dieren zouden duidelijk interesse hebben in het iglodorp en een aantal zou er zelfs al zijn intrek hebben genomen. Ook werden al gevechten gemeld voor een nieuwe woonst.

Het is volgens de wetenschappers niet onmogelijk dat ook kolonies van andere pinguïn-gemeenschappen naar Dyer Island zullen verhuizen. De Afrikaanse pinguïn houdt zich op in sommige delen van Zuid-Afrika en Namibië en wordt beschouwd als een bijzonder kwetsbare diersoort.